Richten, inrichten en verrichten.

Soms lijkt een organisatie wel verstopt te zitten. Er is visie, missie en de strategie is vastgelegd in doordachte en toegankelijke heldere documentatie. Er is een architectuur waarin de kaders zijn vastgelegd. De besturing is ingericht. De organisatie is er klaar voor. En toch is het alsof er een file ontstaat. Deadlines worden net (niet) gehaald en de spanning stijgt.

Resultaatgericht beginnen content experts zich bezig te houden met de besturing, financiering en alle manieren om het doel te bereiken. Bestuurders zien zich genoodzaakt met de inhoud bezig te zijn. Anders stokt de doorstroming. Het is alsof we met z’n allen in een file staan. We hebben het allemaal heel druk met wachten tot er iets beweging veroorzaakt.

Een keiharde deadline geeft uitkomst. Iedereen rent in een richting die voor hem of haar resultaat geeft. In de file metafoor is dat de auto die voor je staat. De bestuurder van die auto wordt nogmaals op de hoogte gesteld van het belang van doorrijden. En soms gebeurt dat, maar vaak ook niet. Dan stappen we weer in onze eigen auto en leggen ons neer bij de stagnatie en gaan weer aan het werk. Stagnatie hoort er dan gewoon bij, het is deel van de dagelijkse realiteit geworden.

Af en toe wordt beweging gerealiseerd. Oplossingen komen uit lades en worden keer op keer opgepoetst. En nogmaals wordt het belang van beweging gedeeld. De druk neemt toe, eigenaarschap wordt een probleem en kampen ontstaan. Oplossingen worden geforceerd, powerplay en manipulatie steken de kop op. Er ontstaat een omgeving van macht en onmacht zonder verbinding.

Management, Staf en operatie.

Een driehoek die, als zij haar effectiviteit verliest, vervalt in een verschijnsel dat bekend staat als triangulatie. De samenwerking verdwijnt, architecten veranderen situationeel van rol. In bepaalde situaties lijken zij operationele verantwoordelijkheden op zich te nemen en andere situaties nemen zij de rol over van het management. Doordat de samenwerking tussen de verschillende afdelingen stokt wordt architectuur een speelbal in een zoekende organisatie. Staf afdelingen vergeten zichzelf, regie wordt onduidelijk en architectuur is veranderd van proactief en anticiperend in reactief en probleemoplossend.

Slechte ervaringen in de samenwerking leiden tot strijd. Woorden worden belangrijk, en op het scherpst van de snede wordt met tegenzin de samenwerking gezocht. Er wordt overvraagd, anticiperend op beperkte levering. Kwaliteit komt onder druk te staan en verantwoordelijkheden worden genomen maar net niet in lijn met de verwachting. Rollen, verantwoordelijkheden en mandaat worden overschaduwd door belangen. Het spanningsveld tussen eigen belang en dat van de organisatie leidt tot interne politiek in de zoektocht naar balans.

Werken aan de organisatie betekent het herstellen van balans en plek.