Parallelle processen met averechtse werking
Architectuur als bliksemafleider en “ivoren toren gedrag”. Binnen de governance wordt architectuur netjes meegenomen. Ontwikkelteams ervaren architectuur als waardevol maar lastig. Alsof het geen recht doet aan de dagelijkse praktijk, net niet aansluit of iets te veel dwingt en beperkt voor de huidige oplossing. Architectuur lijkt een doel op zich.
Product Owners zoeken oplossingen door hun afnemers de keuze voor te leggen om wel of niet onder architectuur te ontwikkelen. Implementatie trajecten worden opgeknipt en afhankelijkheden worden “weg-gemanaged”. De harde stukjes worden vermeden en keer op keer geparkeerd. Op die manier ontstaat spanning omdat de aansluiting tussen verschillende implementatie initiatieven steeds moeilijker kan worden gerealiseerd.
In een CI/CD pipeline loopt de druk op om zichtbaar resultaat te halen. Release deadlines worden gehaald ten koste van de betrouwbaarheid en continuïteit. Dit uit zich in een oplopend aantal incidenten in en rondom de nieuwe functionaliteit. Ontwikkelteams komen in het nauw als hun professionele input wordt gebruikt om symptomen te bestrijden. De governance lijkt te gaan tegenwerken, de (on)macht van teams lijkt te verzanden in een strijd om (eigen) belangen. Steeds meer punt oplossingen worden gerealiseerd en het hoger doel komt onder druk te staan. De kosten voor realisatie stijgen en de kwaliteit daalt.
Dit fenomeen illustreert een verstoring van de natuurlijke ordening. (On)macht uit zich in het aanpassen van de besturing. Er worden eilanden gerealiseerd om ontwikkelteams toch succesvol te maken ondanks de moeizame besturing van “de rest van de organisatie”.
Werken met de organisatie betekent het herstellen van natuurlijke ordening. Maar wat moet je dan ordenen? Om te beginnen verander je helemaal niks. Je accepteert de wereld zoals die is. Dat is altijd het begin, kijken waar je staat en wat de problemen zijn waar je tegenaan loopt. Als je ze accepteert, zonder oordeel, zijn die problemen vaak al een deel van de oplossing. Dan ontstaat de ruimte die nodig is om te veranderen. De bestaande ordening en onderlinge samenhang bepalen het evenwicht. En daarmee ook de stappen die kunnen worden gezet om tot een nieuw evenwicht te komen.